Recensie

Woestijngoud 1 Woestijngoud


Woestijngoud
Scenario: Matz - Tekeningen: Philippe Xavier - Uitgeverij: Le Lombard

Drie jaar na het verschijnen van De slang en de coyote komt het duo Xavier en Matz met een vervolg: een authentiek vintage roadverhaal. Ex-misdadigers doorkruisen de Amerikaanse woestijnen en canyons, op zoek naar vrijheid, geld en misschien wel verlossing.

Het verhaal speelt zich af in 1970. We bevinden ons in het ruige Montana, in het noorden van de Verenigde Staten. Via de autoradio horen we nieuws over een maffiaproces. Meteen worden we als lezer ondergedompeld in de sfeer van een filmische roadmovie. Zeker wanneer je er enkele passende nummers bij opzet, zoals I Heard It Through the Grapevine van Marvin Gaye of Express Yourself van Charles Wright & The Watts 103rd Street Rhythm Band.

We volgen Chuck en Kat in hun witte Ford Custom. Ze zijn op weg naar de schat die Chuck verstopte voordat hij vijf jaar in de gevangenis belandde. Chuck wil met het geld een nieuw, misdaadvrij leven starten. Wat Kat precies van plan is, blijft onduidelijk. De reis voert hen van Montana via Wyoming en Colorado naar New Mexico, waar ze in het spookdorpje Dry Creek beginnen te graven.

In plaats van de schat vinden ze Rufus Anderson, een doorgedraaide goudzoeker die op zijn beurt zijn eigen verborgen goud probeert terug te vinden. Uit zijn verwarde verhaal blijkt dat twee mannen de schat van Chuck al eerder hebben opgegraven. Ze reden in een Buick.

Chuck legt Kat uit wie die mannen zijn en hoe ze de locatie hebben achterhaald. Kat wordt woedend en laat hem achter in the middle of nowhere.

Toch slaagt Chuck erin de bewoonde wereld te bereiken. Een Buick die hij bij een autohandelaar ziet staan brengt hem op het spoor van de mannen die zijn schat hebben opgegraven onder wie zijn vroegere celgenoot Stanley. Chuck ontvoert Stanley en zet zo diens partner onder druk om een deel van de buit af te staan.

De overdracht vindt plaats in Dry Creek en mondt uit in een bloedbad. Stanley weet te ontsnappen. De oude goudzoeker vecht aan Chucks zijde, wordt geraakt, maar blijft ongedeerd. Zou hij dan toch een geest zijn? Over zijn goud had hij niet gelogen – Chuck eigent het zich zonder aarzelen toe. Niet veel later wordt Chuck echter klemgereden door Kat en haar partner Clyde. Ze hebben ondertussen Stanley ontmoet en hem in de kofferbak gedumpt. Ze pikken de hele buit van Chuck in en laten de twee voormalige celmaten vervolgens achter in de woestenij. Niet te verwonderen dat die 2 slaags geraken. Het wordt een strijd op leven en dood.

Wat later proberen Clyde en Kat een camper te stelen, maar dat loopt fataal af. Clyde wordt zonder pardon neergeschoten door de eigenaar van de camper. Via het radionieuws komen we te weten wie die man is… Joe, de slang uit het vorige deel.
Even later krijgt Kat autopech, en toevallig duikt ook Chuck weer op. Ze zitten midden in de woestijn, stervend van de dorst – maar wel rijk.

Hoe het met hen, de camperman en de oldtimer afloopt, blijft onbekend. Tijd voor een streepje muziek: Born Under a Bad Sign van Albert King.

Matz levert opnieuw een filmisch scenario af dat liefhebbers van de VS in de jaren ’70, het Wilde Westen en vintage auto’s zeker zal aanspreken. Net als in De slang en de coyote sluit de realistische tekenstijl van Philippe Xavier perfect aan bij de sfeer en thematiek van het verhaal.

Pjotr. 10-2025



Dit is een recensie van een gebruiker.