Covertekst
652. De Arabische veroveringen hebben uiteenlopende volken zoals de Egyptenaren, de Perzen, de Syriërs, de Libanezen en de Afganen onder dezelfde banier geschaard. Het enige dat hen verbindt, is hun godsdienst. Een godsdienst die de profeet Mohammed voornamelijk in mondelinge vorm heeft doorgegeven. Twintig jaar na zijn dood lopen de miningsverschillen hoog op en bedreigen zowel de eensgezindheid van het rijk als de geloofwaardigheid van de Islam. Om dat gevaar te bestreiden heeft kalief Uthmân enkele gelovigen opdracht gegeven de betrouwbaarste getuigenissen op schrift te stellen en ze op te nemen in een definitieve, onbetwistbare versie van de Koran. Een van die verzamelaars is Tayeb Abou Tayeb. Hij meent zijn taak tot een goed einde gebracht te hebben, maar dan ontmoet hij Mahdjubah, de dochter van een vermoorde metgezel van de profeet. Ze zet hem op het spoor van een onbekende soera met tien geboden, die Mohammed zelf op het schouderblad van de dromedaris zou hebben gekalligrafeerd. Maar die voorschriften die verdraagzaamheid prediken, botsen met zo veel belangen dat Tayeb en zijn beschermelinge inde grootste problemen komen. De verzamelaar komt al weldra voor een gruwelijke keuze te staan: zijn leven verliezen... of zijn ziel.