Covertekst
In het jaar 30, tijdens de regering van caesar Tiberius, is Judea een Romeinse provincie geworden, bestuurd door landvoogd Pilatus. Om de smeulende rebellie te onderdrukken, het keizerlijke juk in stand te houden en om zijn eigen machtshonger te stillen, heeft Messala, tribuun in Jeruzalem, zijn jeugdvriend prins Juda Ben Hur als voorbeeld laten veroordelen tot de galeien, wat nog nooit iemand overleefd heeft.
En nochtans ... Tijdens een zeeslag, wanneer alle hoop verloren lijkt voor zowel de geketende galeislaven als voor admiraal Quintus Arrius, groeit er een band van affectie tussen een jood en een Romeins aristocraat.
Ondanks zijn teruggewonnen vrijheid en niettegenstaande al zijn triomfen, blijft de gruwelijke herinnering aan Messala en het onzekere lot van zijn familie Juda Ben Hur, Romeins staatsburger en adoptiefzoon van Arrius, achtervolgen.