Covertekst
Het was in de jaren tachtig. Op een dag aan het einde van de maand juni bezocht Pierre Pelot zijn vrouw en pasgeboren zoon in een kamer van de kraamkliniek in het naburige dorp. De kraamkliniek maakte deel uit van een complex waarin ook een bejaardenhuis, een soort inrichting en een weeshuis waren ondergebracht. De kreten van buiten drongen in de kamer door. Ze kwamen uit de kerker onder de kapel van de instelling. Een kelderraam en twee kinderhanden die de tralies vastgrepen, de bleke vlek van een gezicht in de duisternis... 'Alstublieft, m'neer, haal me eruit! Ik zal het nooit meer doen... Alstublieft, m'neer...' Een terugkerende jammerklacht waarachter Pelot naar de naderende zomer keek... Bij thuiskomst begon hij Het kortste eind te schrijven. Met een moker.