Interview

Craig Thompson


Begin november betekent Antwerpse Boekenbeurs en dan worden dikke boeken met grote namen in stelling gebracht. Op stripvlak hebben we dan ook met veel verwachting uitgekeken naar de nieuwste Craig Thompson, die met Blankets een hedendaagse klassieker op zijn naam heeft staan. Tijdens zijn promotietour in Europa tekende hij ook present in Antwerpen en hij maakte ondanks zijn superdrukke agenda even tijd voor Stripinfo. Op een zaterdagmiddag zat hij, en zijn vriendin, met ons aan tafel in Het Besloten Land in Leuven. Een gesprek met een aangename mens, die met veel liefde over zijn boeken wil praten.

Habibi is je recentste strip en lijkt me het meest complexe boek tot nu toe. Heb je het meer uitgedacht en gepland dan Blankets?

Absoluut. Met Blankets wilde ik een dik boek met weinig actie. Het was de bedoeling om erg eenvoudig en bijna leeg te zijn, zoals een Mid West landschap, waar Blankets zich afspeelt. Voor Habibi had ik eerder epische proporties in gedachten. De eerste versie van het verhaal was behoorlijk lineair, maar het voelde ook plat en levenloos aan. Toen begon ik de nadruk te leggen op het magische vierkant. Dat is een pre-islamitische talisman. Als je de oorsprong verder natrekt, komen magische vierkanten eigenlijk uit China, maar ze hebben zich vooral ontwikkeld in de Arabische wereld, waar wiskunde zich ook ontwikkelde. Het ziet er uit als een sudoku: een raster met negen vakjes met elk een Arabische letter en cijferwaarde. Zo begon ik de structuur van het boek te zien: negen hoofdstukken gebaseerd op negen karakters. Het verhaal werd inderdaad ingewikkelder, maar het maakt het ook gemakkelijker voor mij. Die structuur gaf me een skelet waar ik het vlees van het boek kan aanhangen.

Het klinkt alsof je heel wat onderzoek hebt gedaan. Was het dan nog wel gemakkelijk om de essentie van het verhaal in het oog te houden zonder je te verliezen in al die nieuwe informatie en ideeën?

Dat is een goede vraag, want op een gegeven moment zit je vast in het opzoekingswerk. Research wordt dan uitstelgedrag, waardoor je feitelijk niets op papier zet. Soms is het even verwarrend als een doolhof, waar je een gang in wandelt, tegen een muur botst en moet omkeren. Dan weer brengt research je naar een nieuw opwindend punt in je verhaal. Het werkt dus langs beide kanten.

Je hebt goed 9 jaar gewerkt aan Habibi. De meeste auteurs, die zo lang werken aan één enkel boek, raken wel eens in paniek, beginnen te twijfelen en vragen zich af waarmee ze bezig zijn. Komt dat bekend voor?

Oh, zeker. Veel twijfel, veel paniek en wanhoop, tot het allerlaatste moment, zelfs tot de allerlaatste pagina! Wanneer mijn werk op de tekentafel ligt, zie ik alleen maar fouten. Uiteindelijk moet je het toch kunnen loslaten, al voelt het niet afgewerkt. Dat is een erg vervelende periode. En het voelt pas echt afgewerkt, wanneer het gedrukt en uitgegeven voor je ligt. Dan lijkt het in steen gebeiteld, definitief geboren. Ook is het eindelijk uit me en kan ik het waarderen zoals het is. Voor dat ogenblik blijft het aanvoelen als een hoop foute tekeningen, die je nog steeds moet verbeteren.

Islam is een belangrijk thema in Habibi en religie is vandaag geen voor de hand liggend onderwerp. Had je soms het gevoel dat je jezelf moest tegenhouden?

Niet echt. Ik was altijd mijn moslimvrienden aan het raadplegen. Ik vertrouwde altijd hun advies op bepaalde onderwerpen, gevoelige onderwerpen. Maar ik kan me niet een ogenblik herinneren dat ik absoluut iets moest schrappen.

En hoe hebben jouw vrienden gereageerd op Habibi? Heb je intussen ook andere reacties uit de islamitische gemeenschap gekregen?

Tot nu toe alleen maar positieve geluiden. De meeste reacties komen natuurlijk uit de Verenigde Staten, dus vooral Amerikaanse moslims komen naar me toe met hun mening. Ze herkennen dat ik het onderwerp met veel respect heb behandeld, en de islamitische kunst in het bijzonder.

Dat zie je al onmiddellijk vanaf de eerste bladzijde. Heeft het lang geduurd vooraleer je die techniek onder de knie had?

Het opnemen van de invloeden is over die zeven jaar gebeurd. De schutbladzijdes zijn de laatste pagina’s die ik afgewerkt heb. Ik voelde me toen heel comfortabel met die technieken.

Je bent een tijd terug ook naar Marokko geweest, konden we lezen in je Carnet de voyage. Was dat een bruikbare studiereis?

Die trip maakte niet echt deel uit van mijn onderzoek. De belangrijkste research, waarvan ik meest heb geleerd over de Islam, waren de gesprekken met mijn vrienden. De visuele inspiratie kwam van boeken over kalligrafie, islamitische versieringen, wiskundige ontwerpen, ... Marokko was gewoon een reisje. Ik heb geen foto’s gemaakt, want ik had zelfs geen camera bij. Alle tekeningen zijn gepubliceerd in Carnet de voyage. Maar bijvoorbeeld het bezoek aan de plaatselijke soeks en het kameel rijden in de woestijn zijn zeker ervaringen, die ik in Habibi heb gestoken.

Al je verhalen zijn reisverslagen, van Goodbye Chunky Rice tot en met Habibi. Is dat gewoon toeval of eerder verhaaltechnisch interessant?

Dat lijkt me eerder toeval. Het spreekwoord zegt “There where you go, there you are”. Heel ironisch om al die schitterende plaatsen te bezoeken, maar het blijft vooral een confrontatie met jezelf, met je eigen persoonlijkheid.

En zo komen we aan een vraagje over het biografische aspect van je verhalen: hoe moeilijk is het om een stuk van je leven te hebben staan in het boekenrek van iemand anders? Eender wie kan je reiservaring in Marokko vastpakken of je eerste liefde van dichtbij meemaken. Hoe ga je daar als artiest mee om?

Tegenwoordig gaat het gemakkelijk met Blankets. Toen beschreef ik als 20-jarige mezelf als tiener en als kind. Ik ben nu een andere persoon. Inkt op papier maakt het abstracter. Het personage Craig in Blankets is nu voor mij een personage in een boek. Er is afstand. Carnet de voyage was een beetje anders omdat het erg direct was. Het was letterlijk mijn dagboek en het werd uitgegeven 2 maanden na de reis. Dat was moeilijker en ik heb er lessen uitgetrokken. Wanneer iets te onmiddellijk is, wordt het moeilijker om open te zijn. Hoe meer je bewust bent van je lezers, hoe minder persoonlijke details je zal onthullen. Ik ben dan ook blij met mijn overstap naar fictie, omdat je daar eigenlijk meer kan vertellen. Je kan je nog steeds kwetsbaar opstellen, maar je voelt je minder in het nauw.

Ik dacht ergens te lezen dat een favoriete strip uit je kindertijd “King of Persia” was. Is dit nu jouw versie van die strip?

King of Persia is een boek van Walt Holcombe uit 1996, dus niet uit mijn jeugd. Ik heb het gelezen toen ik opnieuw geïnteresseerd geraakte in strips. Het verhaal staat op zichzelf en telt 48 bladzijdes, zoals een Europees album. Dat gebeurt niet vaak in de Verenigde Staten. Het is getekend in een leuke, cartooneske stijl maar het verhaal is hartverscheurend. Dat heeft me wel beïnvloed als tekenaar. Ik denk echter niet dat Habibi in Perzië plaats vindt. Het is een sprookjeslandschap, een collage van verschillende plaatsen en tijdsperiodes. Een beetje Midden-Oosten, een beetje Amerika, maar vooral een imaginair droomlandschap. Ik wilde niet beginnen met een nauwgezette research om echt elk detail van kledij en zomeer correct te krijgen. Dat was niet belangrijk voor mij. De essentie van het verhaal is namelijk de wisselwerking van emoties tussen de twee hoofdpersonages. De rest is bijzaak.

En heb je al andere plannen voor strips met een zelfde emotionaliteit?

Dat ze ook zo emotioneel gaan zijn is moeilijk te zeggen. Ik heb plannen voor drie boeken. Ten minste eentje daarvan gaat speelser zijn, minder sentimenteel, minder zwaar. Het wordt dan ook een strip voor kinderen. Dat moet gewoon plezant worden, hoewel er ook serieuze thema’s aanbod komen. Ik ga ook beginnen aan een erotisch werk. Blankets handelt over het onschuldig ontwaken van seksualiteit en Habibi is donkerder en gaat over een seksueel trauma. Maar ik wil ook een gewoon erotisch boek maken. En het derde werk wordt een non-fictie boek. Het wordt een eerste boek waarbij research heel belangrijk is. Niet zoals Joe Sacco over oorlog en conflict, neen. Het onderwerp kan ik nog niet verklappen, dat is een geheim!



Interview