Interview

Nicolas Barral


Interview vriendelijk ter beschikking gesteld door Filip Troch

Slechts weinig West-Europeanen die weten waar de Portugezen aan werden blootgesteld tijdens Europa’s langst bestaande autoritaire regime onder dictator António de Oliveira Salazar. Ook de Franse stripauteur Nicolas Barral had geen idee. Tot hij van zijn Portugese vrouw een boek kreeg en zo geïntrigeerd werd door de materie, dat hij tegen die achtergrond een personage creëerde dat wel/niet/heel misschien — schrappen wat niet past — een held wil zijn. Pikant detail: de man staat zelf op de loonlijst van de gevreesde geheime dienst PIDE. Een gesprek over Als de Fado weerklinkt.

“Het is allemaal de schuld van mijn vrouw”, grijnst hij vanop het terras van Terminus Nord, een drukke brasserie net tegenover het Parijse Gare du Nord.
“Zo’n twintig jaar geleden raadde ze me aan de roman Pereira Pretendes van António Tabucchi te lezen, over een wat saaie, misschien wel onsympathieke antiheld die onverschillig leek tegenover het regime onder de Portugese minister-president António de Oliveira Salazar.” Dat hij danig in de ban raakte van dat hoofdpersonage, legt hij uit. “Want ik vroeg me voortdurend af: waarom deed die man niet meer voor zijn volk? Waarom ondernam hij geen actie in plaats van alles maar zo maar gedwee te ondergaan? Ik zou toch helemaal anders reageren. Rebelleren allicht. Bij het verzet gaan misschien zelfs. Althans, dat dàcht ik. Totdat ik me dus verdiepte in de materie...”
Op het tafeltje voor ons, geprangd tussen een cola en een cappuccino, ligt zijn album. Zijn manier om vorm te geven aan de vraag wat een held is, wanneer iemand een held wordt, waarom iemand de andere kant uitkijkt.
Op de cover van Sur un air de Fado, oftewel de oorspronkelijke Franse editie (Dargaud) uit 2021, lijkt de vriendelijk ogende, wat gezapige hoofdrolspeler Fernando Pais zonder al te veel gêne voorbij te lopen aan een hardhandig optreden van wat met knuppels uitgeruste militairen of politie lijkt. Maar schijn bedriegt. Onder Fernando’s hersenpan broeit wat. Ook al staat hij dan op loonlijst van de onderdrukkers...

Blinde geschiedenisvlek
Nicolas Barral is in zijn nopjes, die dag. Ondanks de ogenschijnlijk moeilijkere thematiek van zijn verhaal mag de nu 56-jarige auteur voor zijn eerste echte auteursroman terugblikken op een succesje. De recensies waren lovend, de verkoop meer dan gemiddeld en de strip opende de ogen voor wie geen of amper weet had van wat het leven inhield voor diegene die leefden onder het langst bestaande autoritaire regime in Europa. “Zelfs mijn Portugese vrouw, die me het boek in eerste instantie wou laten lezen om me te laten kennismaken met haar cultuur en roots, heeft er in de jaren dat ik researchte veel over bijgeleerd. (lachend) Ik denk dat ze me nu nog liever ziet.”
Als de Fado Weerklinkt werd een politieke strip noch een adaptatie van Tabucchi’s roman Pereira Pretendes. Die roman diende slechts als inspiratie, zegt de auteur. Zijn personage Fernando is volledig verzonnen, terwijl hij koste wat het kost de menselijkheid voorrang wilde geven op het politieke systeem, dat vooral als achtergrond moet dienen. “Ik had niet de intentie om dat politiek regime in detail uit te leggen, ik wou enkel aantonen wat dat in die tijd betekende voor de Portugezen,” aldus Barral.
Zijn graphic novel start met wat een onschuldige scène lijkt: drie jongens wikkelen hondenstront in een krant, plaatsen die voor een voordeur waarop de naam PIDE prijkt en bellen aan. Maar nog voor een van de jongens erin slaagt het in brand te steken, opent een norse man de deur. In een laatste daad van verzet steekt de jongen de krant toch in brand, waarop de man het vuur wil uittrappen en onmiddellijk vol stront komt te hangen. De vluchtpoging van de jongen loopt echter mis, een stevig pak rammel volgt. Net op dat moment arriveert dokter Fernando Pais, die op rustige wijze de zaak ontmijnt.
De jongen kan gaan, maar niet voor hij zijn belagers woest toeschreeuwt: “Weg met Salazar! Viva a liberdada!”
Als lezer besef je het nog niet, maar hoofdrolspeler, bron van alle ellende, vriend, vijand en spilfiguur hebben zich in die enkele eerste pagina’s geïntroduceerd. Elk van hen zal een cruciale rol spelen in dit boek, gesitueerd in het Lissabon van 1968, net vóór de Anjerrevolutie in Portugal een einde maakte aan Salazars veertig jaar durende dictatuur — van 1932 tot 1974.

Voor wie die Portugese dictatuur een blinde geschiedenisvlek is: geen zorgen, Barral had er ook amper weet van. Meteen de hoofdreden waarom hij het idee voor zijn eerste echte auteurs-roman zo’n tien jaar achter slot en grendel hield. Al waren daar wel meer redenen voor, legt hij uit.
“Goh, waarom? Omdat ik bang was. Werken met een scenarist kan vervelend zijn, maar het is wel comfortabel. Als het boek niet werkt, dan gaat het om gedeelde verantwoordelijkheid.
Los daarvan moet ik bekennen dat ik altijd al een boek op mijn naam wou hebben. Dus ooit moést ik mezelf wel dwingen een beeldroman te maken waarbij ik me niet langer kon verbergen achter een scenarist. Ik wou echt ‘Barral zonder make-up’ zijn.
Maar ik zag het mezelf alsmaar uitstellen. Ook omdat het financieel onaantrekkelijk leek. Ik werkte toen onder meer aan de Blake en Mortimer-parodie De Avonturen van Francis en Blake, en de reeks Nestor Burma (naar de romans van Léo Malet, als stripreeks opgestart door Jacques Tardi, red.). Het leven van een strip-auteur is niet altijd makkelijk, dus waarom zou ik een min of meer vaste oplage en dito inkomen zomaar opgeven voor een boek dat niemand misschien wou lezen? Je denkt ook aan je gezin, natuurlijk.”

PIDE (en de CIA)
De Fransoos zag een opportuniteit toen zijn vaste stripwerk even on hold kwam te liggen en zich plots realiseerde dat hij de laatste Nestor Burma-verhalen zelf had geadapteerd van Léo Malets romans. “Nicolas, dacht ik, dat is een vorm van transitie, een tussenfase tot een volledig zelfstandige auteursroman.” Met andere woorden: “Het was nu of nooit.”
Het volgende op zijn lijstje: zich informeren over de politieke situatie van het Portugal van die periode en... een flinke dosis zelfreflectie. “Tien jaar eerder vond ik mezelf politiek te jong, moest ik bekennen. Mijn politieke visie was eerder zwart-wit, als in: goede mensen verzetten zich tegen een dictatuur, slechte mensen collaboreren ermee. Maar plots bracht ik de vraag naar mezelf, en dat resulteerde in een stuk minder zwart-wit, zelfs ongemakkelijker antwoord. Eentje waar ik tegenwoordig nog steeds geen écht antwoord op heb. Zou ik in die periode, (benadrukkend) in die situatie, werkelijk echt zo moedig geweest om me te verzetten?” De auteur haalt zijn schouders op en staart even in het ijle. Een minzaam, zelfs nerveus lachje volgt, alsof hij zich ermee excuseert voor het uitblijven van een antwoord.
“Laten we zeggen dat het antwoord op die vraag dit album is”, klinkt het dan. “Daarin laat ik mijn hoofdpersonage een keuze maken. Ja, hij wordt een held, maar het is een traag proces. Gebeurtenissen gaan eraan vooraf.”
Fernando, of bij uitbreiding zelfs Portugals politieke situatie, is echter allesbehalve uniek, vult Barral meteen aan. “De problematiek en levensvragen waar hij mee te maken krijgt, zijn universeel. Het is geen exclusief gegeven voor Portugal of zijn inwoners.” Hij is mild voor zijn personage, zo blijkt. Hij geeft aan dat je ieders positie sowieso individueel moet bekijken. “In Fernando’s geval: hij wou tien jaar eerder al een held zijn, maar zijn situatie was ingewikkeld. Kijk, je kan er niet buiten dat ieders roots en educatie deel uitmaken van beslissingen die je in je leven neemt. Soms word je vanuit thuis belast. Fernando’s broer is politiek rechts en maakt deel uit van de politieke politie die de dictatuur in zijn land met harde hand verdedigt. Ze hebben dezelfde ouders, dat wel, maar beider levenswegen hellen een totaal andere kant op. Als Fernando dus een keuze wil maken tussen goed en kwaad, moet hij eerst met zijn familie en tradities breken. Daarmee loopt hij het risico een conflict met zichzelf aan te gaan. Dat lijkt me uniek voor de Portugese kwestie, noch voor de politiek in het algemeen, noch voor de maatschappij. Werkelijk iedereen kampt met zo’n keuzes. Ga je je oude, misschien wel comfortabele leven opgeven voor wat mogelijk een strijd wordt? Waardoor je weet dat je je oude, rustige, misschien wel comfortabele leventje moet opgeven? Zigzag je je erdoor? Of laat je het allemaal gewillig over je heen gaan?”

Barral begroef zich in de materie door veel te lezen — “Ik studeerde zelfs Portugees om Portugese boeken te kunnen lezen” — en trok vijf keer naar Portugal, waar hij vooral in de hoofdstad Lissabon ging speuren. Niet om er te schetsen, zegt hij, “maar om foto’s te maken. Ik was er op reportage. Als een journalist. De ontmoeting met Helena Pinto Janeiro, documentaliste van het Museu do Aljube Resistência e Liberdade (Museum of Aljube Resistance and Freedom, of kortweg het verzetsmuseum, red.) was cruciaal voor Als de Fado Weerklinkt. “Zij liet me andere boeken lezen en — belangrijker — stuurde me richting historica en onderzoekster Irene Pimentel. Haar ontmoeten was erg belangrijk bij de totstandkoming van dit verhaal.
Als specialist wist ze alles over PIDE, de politieke politie van Salazar.”
Het hoge woord is eruit: PIDE. De Polícia Internacional e de Defesa do Estado wordt door vele onderzoekers omschreven als een van ‘s werelds meest functionele en effectieve geheime diensten. Hun agenten wisten te infiltreren in talloze ondergrondse bewegingen, over het hele land en in de overzeese gebiedsdelen lieten ze cellen en folterkamers bouwen. En hun manier om burgers aan te moedigen om verdachte activiteiten van andersdenkenden te briefen, genoot succes. Heel wat bufos (verklikkers) hebben zich in die periode gemeld.
De methodes en jurisdicties van deze politieke politie waren bijna grenzeloos. Met hun buitengerechtelijke detentiebevoegdheden konden ze zomaar iedereen oppakken en in de cel houden.
“PIDE bleek enorm professioneel”, weet Barral. “Achteraf werd duidelijk dat PIDE en de Amerikaanse CIA informatie uitwisselden. De PIDE-agenten leerden hun speciaal ontwikkelde foltertechnieken ook van de CIA.”
Dat het niet eens zo raar was dat we er er, nota bene als West-Europeanen, weinig of niets van af wisten, zegt hij. “Ik heb geleerd dat Portugal een klein land was dat leefde in de schaduw van Spanje. Het was bijna een commune op zich. Voor velen was het bijna onbestaand, ook al omdat er zo weinig informatie vandaan kwam. Maar ook voor de Portugezen kostte het veel tijd en moeite voor ze hun controversiële geschiedenis onder ogen konden komen.
Het was een dictatuur, maar er gebeurde zoveel tegelijk. Een eerste keer vluchtten de Portugezen er voor hun politieke situatie, een tweede keer wegens hun economische situatie. Het was complex. En op zeker moment ontstond een paradox: Salazar hanteerde de nazi-ideologie, terwijl het tijdens de Tweede Wereldoorlog een toevluchtsoord voor Joden werd. Alleen, als je er dieper op inging, bleek Portugal eerder een transitland. De Joden mochten er maar kort verblijven, daarna werden ze naar Brazilië gestuurd. Een antisemitisch land dus, terwijl het heel even leek alsof ze de Zwitserse neutraliteit hanteerden. Heel dubieus allemaal.
De Portugezen hebben geboet onder de dictatuur, hoor. Leven onder zo’n extreem controleorgaan was niet makkelijk. Je moest opletten wat je zei, tegen wie je het zei. Homo’s, vrijdenkers, aanhangers van een ander geloof,... Eigenlijk kon men zomaar opgepakt worden. Het moet een enorm stresserend klimaat geweest zijn. Als je oude filmpjes ziet van Portugezen uit die tijd zie je ze vaak fluisterend discussiëren, met hun hand voor hun mond. Uit angst om toch maar gehoord te worden door een of andere bufo.”
Barral, die aangeeft dat hij met dit boek zijn steentje wil bijdragen “aan datgene wat we allemaal als normaal zijn gaan beschouwen —een democratie”, ging niet over één nacht ijs. De architectuur en decors heeft hij zo accuraat en historisch mogelijk gehouden, vertelt hij. Al moet hem wel van het hart dat de gevel van het PIDE-gebouw in de strip niet de oorspronkelijke gevel is. “Het is misschien maar een detail, maar in werkelijkheid stond dat gebouw er net tegenover. Triest wel dat het gebouw nu verworden is tot een commerciële winkelgalerij. Ze hebben het dus niet behouden, al hangt er wel een plakkaat dat achter de gevel ervan PIDE de Portugezen heeft ondervraagd en gefolterd.”

De excessen van links en rechts
Op de vraag hoe hij zo’n ellenlange dictatuur verklaart, komt hij op dreef. “Ik denk dat het een mix is van repressie, indoctrinatie en misschien ook wel van slecht geïnformeerd zijn. Als je geen boeken en kranten leest, als je niet betrokken bent in de maatschappij of activistisch bent, als je een traditionalist bent en je de wetten en regelgeving zomaar blijft accepteren, dan kan het comfortabel zijn om de overheid voor jou te laten beslissen. Dan kan je je eigen foute beslissingen sneller wegdenken door de fout bij die overheid te leggen. Op intellectuelere of kritische mensen die zich informeren en zich effectief bemoeien met wat gebeurt of dreigt te gebeuren, krijg je minder snel grip.”
Volgens Barral is het lastiger om links dan rechts te zijn. “Je moet veel meer inspanning leveren dan rechtse mensen die er vaak een radicaal gedachtegoed op nahouden. Wie politiek rechts is, heeft de neiging om meer aan zichzelf te denken. Dus het huidige Europese politieke thema dat nu heel Europa domineert — de vluchtelingencrisis — betekent voor hen dat ze zich moeten aanpassen en het gegeven zomaar zouden moeten aanvaarden. Ik merk ook dat hun natuurlijke reflex zegt dat het vroeger beter ging. Het maakt me triest dat de argumentatie die er op volgt zo zwart-wit is. Maar verrassen doet het me niet meer, het is de cultuur van vandaag. Of het ene, of het andere: er blijkt niets tussenin.
Dat gezegd zijnde: dat extremistische gedachtegoed is er ook aan linkse zijde. Of hoe anders moet je het militantisme omschrijven waarin mensen op gelijkaardige wijze de keuze laten tussen optie één of optie twee? Wat gebeurt er dan? Excessen maken reacties los die op hun beurt in nieuwe excessen vervallen. En dan beland je al snel bij het populisme. Wat is -populisme? Een politieke werkwijze waarbij je het volk geeft wat het wil. En weet je, het angstwekkende aan populisme is dat het sneller afglijdt naar een autoritair regime.”
Wat vooral bij extreemrechts ook opvalt: het zou eerlijker zijn om alle facetten en nuances uit te leggen. Maar dat gebeurt niet. Dat maakt het te gecompliceerd, dat begrijpt men niet meer.”
Dat is het geval met de vluchtelingencrisis, maar het lag ook aan de basis van de Brexit. De argumenten van de Brexiteers waren bedrieglijk wegens gebaseerd op een emotie. Het lag aan Europa, argumenteerde men. En dus zette men mensen op tegen Europa zonder te debatteren over de échte feiten en argumenten. Net zoals met vluchtelingen gelukszoekers noemde. Ze zoude onze welvaart afnemen. Dat soort simplificaties vind je momenteel overal. In Europa, in de VS,... Men slikt het, en dat is ook de reden waarom Salaza’s dictatuur zo lang kon standhouden. Omdat zijn ideologie en visie zo simpel was. (haalt zijn schouders op) Zo eenvoudig was het. Zijn beleid was makkelijker te geloven dan jezelf verdiepen in wat het werkelijk is: een complexer geheel met veel meer kleuren dan zwart en wit.” Barral haalt plots ook de katholieke kerk erbij. “Extreemrechts loont zich vaak erg conservatief, dus was het bijna logisch dat het conservatieve Portugese geloof eerst hand in hand ging met het regime van Salazar. Later weekte de kerk zich toch los van het regime, maar ik denk dat het toen al te laat was. Volgens mij hebben de Portugezen die dictatuur lange tijd aanvaard omdat het geloof versterkte dat het allemaal wel goed was.”
We hebben het nog even over de kleine jongen aan het begin van het boek. Dat is géén, zoals je als lezer aanvankelijk denkt, edelfigurant. Hij speelt ook geen hoofdrol in het boek, maar zijn rol is wel cruciaal. “Fernando is een beetje een uitgedoofde held, iets wat mondjesmaat in dit album aan het licht komt. Maar de moed die de jongen toont, doet bij hem iets losweken. Het is een hefboom naar een ander leven. De positie die hij heeft — schipperend tussen het oplappen van de slachtoffers die PIDE maakt en zijn drukke, individuele dokterspraktijk — begint erdoor te wankelen. Ik merkte dat de aanwezigheid van het kind zorgde voor een zeker sfeerschepping. Je voelt dat er iets gaat ontploffen.”

Of er een vervolg komt op Als de Fado Weerklinkt? Barral lacht. Hij weet dat het gerucht in de wandelgangen echoot, maar hij houdt vooralsnog de boot af. “Ik denk er wel vaak over na. Mensen hebben zoveel geleden onder die dictatuur, er valt nog zoveel te vertellen. Maar ik denk dat ik bang om in herhaling te vallen. (grijnzend) Als ik echter een sterke invalshoek vind...” Voorlopig werkt hij aan een tweede graphic novel, al wil hij de inhoud ervan nog even voor zichzelf houden. “Schrijf maar dat ik nog niet uitverteld ben over Portugal.”

Interview vriendelijk ter beschikking gesteld door Filip Troch



Interview