stripINFO.be gebruikt cookies voor het bewaren van logingegevens en voorkeuren. Geen persoonlijke data wordt hierin bewaard.
Door de site te gebruiken accepteer je het gebruik van deze cookies. Deze melding verbergen
In 2015 verscheen bij het Franse : ‘Editions Denoël’ de oorlogsstrip: ‘Suite Française -Tempête en Juin’. Niets bijzonder hoor ik u denken er werden wel meer van dergelijke verhalen geschreven tijdens deze periode. Inderdaad, maar deze strip werd gebaseerd op de oorspronkelijke roman van Irène Némirovsky (1903-1942), geschreven tussen 1940 en 1942. Oorspronkelijk vatte ze het idee op om ‘Suite Française’ te brengen als een vijfluik. Maar na amper twee delen, werd ze opgepakt door de Duitsers, dit omwille van haar Russisch- Joodse afkomst, en afgevoerd naar Auschwitz. Waar ze een maand later overlijdt.
Wat deze romanuitgave uitzonderlijk maakt, is dat het manuscript meer dan een halve eeuw angstvallig door haar twee dochters werd opgeborgen in een door hun vader aan hen bezorgde koffer. Die ze niet durfden open te maken uit angst om hier het intieme dagboek van hun moeder aan te treffen. Het manuscript zag pas opnieuw het daglicht eind jaren tachtig op het moment dat Elisabeth, uitgeefster bij Denoël, een boek, getiteld ‘Le Mirador’ over de talentvolle Irène schrijft. Het publiek is dol enthousiast als de roman verschijnt. Lovende kritieken, prestigieuze prijzen, vertalingen in 38 landen, en 1,5 miljoen verkochte exemplaren in de VS en boek van het jaar 2006 bij de Times in Londen….. Een Nederlandse vertaling van bovenstaande strip kon dus niet uitblijven. Verwacht geen verhaal met heroïsche toestanden, wilde lijf aan lijf gevechten en ontelbare doden. Die zijn er uiteraard wel, maar worden slechts sporadisch in beeld gebracht. Het boek en de strip focussen zich meer op de oorlog van de gewone en de al iets beter in de slappe was zittende man, wiens rustige leventje grondig door elkaar geschud wordt. Die allen slecht één ding voor ogen hebben, namelijk het vege lijf redden en uit handen blijven van de snel oprukkende Duitser. We schrijven Parijs 4 juni 1940. Hier maken we kennis met meer dan twintig hoofdpersonen die behoren tot één der drie families wiens verhaal hier verteld wordt tijdens hun vlucht voor het Duitse geweld. En die één voor één in het voetlicht passeren en hun rol spelen in deze tragedie.
We zetten ze even voor u op een rij, met name de Péricauds, De Cortes, De Michauds en de berouwvolle zondaartjes van het XVIe. Deze laatste groep bestaat uit jongeren die ooit in aanraking kwamen met de zedenpolitie. Niet direct echte lieverdjes, iets wat hun begeleider, pastoor Philippe Péricaud al snel aan de lijve ondervind. Het verhaal gaat niet alleen over de vlucht van de hierboven genoemde families, maar bied ons ook een blik op de totale ontreddering van de bevolking die zich niet alleen sociaal maar ook moreel aangetast voelt in zijn waardigheid.
Emmanuel Moynot die het scenario omvormde tot een stripversie trekt zich meer dan behoorlijk uit de slag. Hij weet niet alleen de hoofdpersonages kleurrijk neer te zetten. Maar weet eveneens hun psyche perfect uit te diepen net als hun grillen, angsten, onhebbelijkheden en hun visie op het debacle van het Franse leger. Hij weet de bijtende en kritische toon die schrijfster Irène Némirovsky hanteert over de toenmalige samenleving mooi te verwerken in het scenario. Waardoor er in de teksten een iets of wat sarcastische maar niettemin humoristische ondertoon doorschemert. De tekeningen uitgevoerd in zwart-wit, hier en daar opgevuld met grijstinten, geven de grauwheid en gruwel en de barre leefomstandigheden van mensen opgejaagd als ware het slachtvee perfect weer. WG.