stripINFO.be gebruikt cookies voor het bewaren van logingegevens en voorkeuren. Geen persoonlijke data wordt hierin bewaard.
Door de site te gebruiken accepteer je het gebruik van deze cookies. Deze melding verbergen
Asterix is een van de weinige series die ik nog voor ik kon lezen al leuk vond en die ik als volwassene nog steeds erg leuk vind. Waar ik vroeger vooral genoot van de sublieme tekeningen van Uderzo herlees ik de albums tegenwoordig omdat ik de teksten, en vooral grapjes, van Goscinny zo briljant vind. Hij zorgt er voor dat er grappen in zitten voor kinderen en voor volwassenen. Zo lees je als volwassene een hele andere strip dan toen je kind was.
Helaas overleed Goscinny na 24 albums, nu 40 jaar geleden. Uderzo deed zijn best om de leegte die hij achterliet op te vullen, maar het zou nooit meer hetzelfde worden. Het dieptepunt kwam, wat mij betreft, met ‘Het geheime wapen’ waarin Asterix en Obelix te maken krijgen met buitenaardse wezens. Uderzo had met dit album een hommage willen brengen aan Disney, maar helaas resulteerde het in een lang uitgesponnen en saai verhaal. Dat de tekeningen nog steeds het zelfde niveau hadden als vroeger was een schrale troost. Teleurgesteld besloot ik te stoppen met het verzamelen van Asterix.
Uderzo maakte nog één album met korte verhalen, maar besefte waarschijnlijk zelf ook wel dat hij het stokje beter kon overdragen aan anderen. Het duurde vier jaar voordat opvolgers scenarist Jean-Yves Ferry en tekenaar Didier Conrad met weer een nieuw Asterix avontuur kwamen. Ik besloot ze een kans te geven en was blij verrast toen ik ‘Asterix bij de Picten’ en ‘De papyrus van Caesar’ las. Ferry bleek de geest van Goscinny goed begrepen te hebben. De originaliteit van de verhalen, de schrijfstijl en de grappen benaderen heel goed die van Goscinny. Conrad is ook een waardige opvolger van Uderzo. Je moet de albums van de twee tekenaars naast elkaar zien om de verschillen, die er nauwelijks zijn, te kunnen ontdekken.
Dus mijn verwachtingen voor ‘Asterix en de race door de laars’ waren hoog gespannen. Te hoog waarschijnlijk want ik moet bekennen dat ik in dit nieuwe album wat teleurgesteld ben. De grote lijnen van het verhaal doen erg denken aan ‘Asterix en de Olympische Spelen’. Beiden gaan over Asterix en Obelix die mee doen aan een wedstrijd en daarbij dwars worden gezeten door Caesar en zijn handlangers. Het enige wat dit album leuk maakt zijn de connecties die, door middel van grappen, het verleden en het heden met elkaar verbinden en de grappige namen. En de tekeningen van Conrad zijn natuurlijk ook altijd een lust voor het oog.
Hoewel ik dit dus een wat minder album vind twijfel ik er niet aan dat de 5 miljoen exemplaren als warme broodjes over de toonbank zullen gaan. Ondertussen kijk ik al weer uit naar het volgende Asterix avontuur in ieder geval, maar dat zal ongetwijfeld nog wel twee jaar gaan duren voor dat die uit komt.