Recensie

De kinderen van de wind 9 Het bloed van de kersentijd, boek 2: Rue des Martyrs


De Kinderen van de Wind - Het Bloed van de Kersentijd –
Boek 2 - Rue des Martyrs - François Bourgeon

Na vier jaar wachten krijgen we eindelijk het vervolg en slot van het verhaal van Zabo Murrait. Het is een uitgebreide vertelling geworden van 130 pagina's die je met grote aandacht zult moeten lezen en herlezen. Het herlezen van de vorige delen is geen must, maar warm aanbevolen.

Het is nu 1888, en aan het einde van het vorige deel besloten Zabo en Klerni Stefan, het Bretoense meisje met wie ze de afgelopen vier jaar haar leven deelde, Parijs te verlaten en zich in Bretagne te vestigen.

Tijdens hun reis van Parijs naar Nantes vertelt Zabo wat er allemaal met haar gebeurde sinds “De Commune van Parijs” in maart 1871 een Frans revolutionaire regering had geïnstalleerd.
De soldaten van de Franse Republiek hadden een bloedige strijd aangebonden met de revolutionairen en de nationale garde. De soldaten van de republiek die beter getraind en beter uitgerust zijn, halen al vlug de bovenhand en gaan bijzonder gewelddadig tekeer.

Wanneer Zabo onderdak biedt aan een gewonde revolutionaire soldaat, wordt ze zelf hardhandig aangepakt door de soldaten van Versailles. Haar drie maanden oude baby, Clara, wordt doodgeschoten door een korporaal, en zijzelf wordt gevangengenomen. Tijdens de "semaine sanglante," de bloedige week van 21 tot 28 mei 1871, worden ongeveer 30.000 mensen gedood en rond de 40.000 gevangengenomen. Alle gevangenen worden naar een legerbastion gebracht, waar de repressie van de republikeinse legerleiding enorm is. Velen van hen zijn onschuldig, en sommigen worden zonder proces geëxecuteerd (naar schatting tussen de 17.000 en 25.000 - Wikipedia). De gevangenen worden vervolgens overgebracht naar het gevangenenkamp van Satory in de buurt van Versailles. Onderweg zijn ze het doelwit van opgehitste republikeinen, en dagelijks worden honderden mensen in de kampen gedood. In juni 1871 wordt Zabo overgebracht naar de gevangenis van Versailles en daarna naar het tuchthuis. In december wordt ze veroordeeld tot levenslange verbanning naar Nieuw-Caledonië. Ze is dan 26 jaar oud.

Via een tot gevangenis omgebouwd klooster in de Aube gaat het pas in augustus 1873 richting La Rochelle en vervolgens vertrekken ze met de 'Virginie' naar Nouméa. De reis duurt 4 maanden. Zabo en haar metgezellen belanden op het schiereiland Ducos. Ze maakt er kennis met de plaatselijke inwoners, "de Canaques," die zowel als slaaf als bewaker worden ingezet. Pas 3 jaar later, in april 1877, krijgt Zabo de toestemming om als assistente te gaan werken bij een net aangekomen dokter. De dokter blijkt haar vriend Lukaz Maze te zijn, die ook ternauwernood aan de opstand in 1871 is ontsnapt. Tijdens de opstand van de inheemse Canaques tegen de Franse bezetters worden Lukaz en Zabo ingelijfd door kapitein Rivière. Opnieuw worden we geconfronteerd met bloedige en gewelddadige praktijken aan beide zijden van de strijd. En dan arriveren we met de trein in Nantes.... Einde verhaal....

Of toch niet. In 1880 wordt er algemene amnestie verleend aan de verbannen "communards," en kunnen Lukaz en Zabo terugkeren naar Frankrijk. En wie staat er op het perron in Nantes? Lukaz.

Ze betrekken een huis in Pont-'n-Abad dat door Nano (Jeannot) is gekocht. Dokter Maze heeft het huis ernaast geërfd, maar daar moet nog aan gewerkt worden. Het is een hartelijk weerzien wanneer Nano zijn zus Zabo eindelijk terugziet. Tussen hem en Klerni lijkt het ook wel te klikken. En wanneer we later de omgeving en geboortegrond van Klerni verkennen en het weinige dat haar van haar jeugd is overgebleven ontdekken, vallen alle puzzelstukjes op hun plaats.
Ook opmerkelijk is dat dit verhaal eigenlijk in 1953 wordt verteld door Klerni zelf... Wat een scenario!

Dit album vormt een prachtige afronding van het familieverhaal en werpt een licht op de tijd van de Commune van Parijs, die bij ons niet echt bekend is. Maar zoals het gezegde gaat, als het regent in Parijs, druppelt het in Brussel. De harde westerse wereld van de tweede helft van de 19e eeuw, een tijd van armoede, doordrenkt met een verlangen naar verbetering maar wreed ingeperkt door de machthebbers en hun gevolg, zal in België waarschijnlijk wel een vergelijkbaar beeld gehad hebben.

Bourgeon blijft éen van mijn favoriete auteurs-tekenaars. Soms zijn de verhalen wel doorbijters maar ze geven veel voldoening. Naast dit meesterlijke scenario, waarin opnieuw sterke vrouwen de hoofdrol spelen, excelleert Bourgeon eens te meer met zijn kenmerkende heldere tekenstijl en gedetailleerde weergave van historisch Frankrijk. Als inwoner van Cornouaille, de zuidkust van Bretagne, of het Franse Cornwall, weet hij als geen ander de schoonheid van de streek te presenteren.

Ik moet dus dringend eens een reisje naar Bretagne maken. Naar het meest westelijke eindje van de Franse wereld, met een taaltje waar je geen touw kan aan vastknopen.
Als het reisje niet lukt kan je altijd de prachtige cyclus ‘De kinderen van de Wind’ nog eens integraal herlezen. Dan ben je ook even van de wereld.


Pjotr. 12-2023



Dit is een recensie van een gebruiker.