stripINFO.be gebruikt cookies voor het bewaren van logingegevens en voorkeuren. Geen persoonlijke data wordt hierin bewaard.
Door de site te gebruiken accepteer je het gebruik van deze cookies. Deze melding verbergen
Ik zal het maar direct toegeven. Toen ik aan Dylan Dog begon, dacht ik: "Iemand moet zich opofferen zeker". Ik ben namelijk niet zo'n fan van pulphorrorstrips. Correctie, niet meer. Twintig jaar geleden verslond ik Stephen King, Lovecraft en consoorten. Sindsdien weet ik wel beter.
Of was dat een dwaling? Toen ik dit derde deel uit de reeks gelezen had, vond ik het eigenlijk best goed. De strip pretendeert helemaal niet meer te zijn dan ze is, en het verhaal zit vrij goed ineen.
Dylan wordt opgeroepen door Guy Rogers, een vriend van hem. Hij is een aan lager wal geraakte acteur, die van zijn rook- en drankverslaving probeert af te kicken. Blijkbaar lukt dat toch niet bijster goed. Hij krijgt nachtmerries over een geest van een vrouw en een of ander monster met een bijl dat hem en de vrouw wil vermoorden. Bovendien vertonen Rogers' dromen en de horrorfilm waar hij momenteel aan meewerkt, sterke gelijkenissen. Zo acteert Anna Never in de film, en laat haar nu net als twee druppels water lijken op de geest uit Rogers' droom. Ook het bijlzwaaiende monster zit in de film verwerkt. Het mysterie wordt er niet kleiner om. Aan Dylan om het uit te klaren, maar ondertussen zinkt Rogers langzaam weg in een psychisch moeras.
Door de strip heen worden werkelijkheid, film en droom door elkaar verweven. En, het moet gezegd, dat lukt aardig. Alleen aan het eind komt er een scenaristentruc van jewelste aan te pas: Dylan krijgt de oplossing 'toevallig' aangereikt. Maar ja, zelfs de scenaristen van House maken zich daar week na week schuldig aan.
Groucho (Marx), de assistent, zorgt voor de comic relief, maar voor mij werkt dit niet echt. Hij zorgt alleen voor enkele flauwe grappen. Zonder de ongelofelijke timing van de échte Groucho gaan ze de mist in. Dit kan veel beter, lees er Cerebus van Dave Sim maar op na. En ik snap trouwens niet dat zo'n onhandige kluns als Anna Never nog geen dodelijk ongeluk heeft gehad.
De tekenstijl past perfect bij dit soort verhalen: zwart-wit, vrij realistisch en met een goed gedoseerd gebruik van schaduweffecten. Het bloed spettert ook waar het niet gaan kan. Nice! Helaas staat de naam van de tekenaar nergens in de strip vermeld. Hetzelfde geldt voor de scenarist overigens. Gelukkig bestaat er nog zoiets als het internet...
Dit derde deel van Dylan Dog is zeker een aanrader voor de fans van niet al te serieuze horror zonder enige boodschap of getormenteerde helden. De strip geeft je wat je verwacht: drie kwartier vermakelijk entertainment.
Dit is een officiële stripinfo.be recensie, geplaatst door een medewerker van ons team. stripinfo.be werkt samen met uitgevers om u deze recencies te brengen.