Recensie

Sharaz-De INT 1 Sharaz-De


tekeningen en tekst: Sergio Toppi
genre: sprookjesbundel


In de traditionele Nederlandse transcriptie zou de titel ‘Sheharazade’ luiden, waarmee onmiddellijk duidelijk is dat we hier de sprookjeswereld van ‘Duizend en een nacht’ betreden.

Geert Wilders, de omstreden Nederlandse politicus, houdt bij hoog en bij laag vol dat de Islam geen godsdienst is, hoewel in- en outsider genoemde gedachtewereld sinds eeuwen als zodanig aanduiden. Ik acht dit uiterst stupide. Op de achterzijde van de omslag noemt de uitgever dit album een grafische roman. Een sprookjesbundel als roman benoemen getuigt volgens mij van vergelijkbare domheid.

De klassiekers blijken steeds weer te inspireren tot nieuwe artistieke prestaties. In dit geval gaat het niet om een verstripping, maar om negen nieuwe, oorspronkelijke beeldverhalen, waarbij alleen het kader van de originele raamvertellingen gehandhaafd bleef. Slechts het tweede sprookje, ‘Ik heb duizend jaar gewacht’, is honderden jaren ouder dan de schrijver.

De auteur dompelt de lezer onder in een sfeer van vele eeuwen geleden. Hij bereikt dat o.a. door een wat ouderwets en plechtig taalgebruik en handhaaft zelfs de culturele en religieuze wereld die aan ‘Duizend en een Nacht’ een eigen karakter geeft. Ook in dit album blijken sprookjes zelden zoetsappige verhaaltjes; wreedheid, list en bedrog worden niet geschuwd. De verhalen zijn niet minder verrassend dan de originele vertellingen.
De weinige woorden zijn genoeg om het verhaal te begrijpen; de tekeningen zijn daarbij nauwelijks nodig. Maar wat een verrijking betekenen die illustraties.

Op de omslag wordt het tekenwerk van Sergio Toppi vergeleken met Gustav Klimt en Egon Schiele. De eerste was mij bekend, voor de tweede moest ik wel even de encyclopedie raadplegen. Dat Klimt hierbij wordt aangehaald kan ik, in verband met het sterke decoratieve aspect, wel onderschrijven, maar toch vind ik de vergelijking in beide gevallen niet overtuigend. Om een indruk te geven van Toppi’s tekenstijl, zou ik willen verwijzen naar Andreas Martens en Ian Miller. De vergelijking blijft echter mank, daarvoor is het werk van Toppi te persoonlijk. Grafisch wordt de hele trukendoos geopend.
Ritmische herhalingen á la Martens, blz. 47 en 95. Tekeningen die overlopen in een andere tekening, blz. 30. Grote zwarte vakken gebruiken, blz. 94 en 101, om die weer af te wisselen met hele witte gedeelten, blz. 116 en 117. Kaders binnen kaders. De variatie is overweldigend.
Harnassen, slag- en steekwapens schijnen speciaal aanleiding te geven tot fantasieën, bijv. bij Jean-Claude Gal; op blz. 168 ziet u hoe Toppi daarmee omgaat. Sergio’s schier onbedwingbare decoratielust is ook duidelijk waarneembaar aan de hoofden op blz. 178. De arceringen lijken een eigen leven te leiden en vanzelf versieringen te worden. Op blz. 48 heb je eerst niet door hoe speels Sergio aan het werk is, maar plots zie je hoe de muts op het hoofd van een wijze naar boven toe verandert in een rots en, vervolgens, in een dierenschedel waar dan weer een klimgeit op staat.
De tekenkundige vindingrijkheid van Toppi voegt aan de weinige woorden een mysterieuze sfeer toe waarin plaats is voor het wonder. Tekst en beeld samen doen de lezer belanden in de wereld van het sprookje, een wereld waar alles kan.

Hou je van mooi tekenwerk, dan is dit album misschien een aanrader. Hou je van sprookjes (of fantasy) en mooi tekenwerk, dan mag je dit niet missen zonder jezelf tekort te doen.



Dit is een officiële stripinfo.be recensie, geplaatst door een medewerker van ons team. stripinfo.be werkt samen met uitgevers om u deze recencies te brengen.