Recensie

Julius Chancer 2 De regenboog orchidee, deel twee


De Brit Garen Ewing brengt met 'De regenboogorchidee' een strip in de stijl van Hergé. Deze nieuwkomer heeft zich de klare lijn goed meester gemaakt. Gezien de tekenstijl ben je snel geneigd om te vergelijken met de Belgische grootmeester.
Het is lang geleden dat ik het zo moeilijk had om mij een uitgesproken mening te vormen over een stripalbum. Over de hele lijn heb ik een 'net-niet' gevoel. Ik doe m'n best om dit buikgevoel hieronder uit te leggen.

Maar laat ik beginnen met een positieve noot: bij het begin van het album wordt verteld (in tekstvorm) wat voorafging in het eerste album. De voordelen spreken voor zich: indien je als lezer reeds over het eerste album beschikt ben je toch vlug terug mee met noodzakelijke details. En indien je voor het eerst kennismaakt met deze reeks, beschik je over voldoende informatie om het album te lezen. Iets om vaker toe te passen opdat de geïnteresseerde lezer vlugger naar een nieuwe reeks zou grijpen.

In dit verhaal moet Julius Chancer, de assistent van een historisch onderzoeker, op zoek naar - hoe raadt u het - de Regenboogorchidee. Het vinden van deze bloem die nog zo goed als niemand heeft gezien, is van enorm belang voor Lord Reginald Lawrence die anders een weddenschap en daarmee ook de rechten op het landgoed van Stone verliest. Het een en ander gaat echter niet van een leien dakje, of wat dacht u dan?
Erg complex is de basis van het verhaal niet. Gelukkig worden de gebeurtenissen op verschillende locaties afwisselend weergegeven zodat het geheel toch nog aantrekkelijk om lezen blijft. De humor in het boek komt voornamelijk van de fratsen en kemels die Nathaniel, regisseur en reisgenoot van Chancer, uithaalt. Het beoogde resultaat wordt echter zelden gehaald. Zeker voor volwassenen is het flauwe humor die maar zelden een mondhoek kan beroeren.

De tekeningen passen in de klare lijn-stroming. Het decor waartegen het avontuur plaatsvindt is vaak behoorlijk gedetailleerd, evenals de belangrijke artefacten die in het verhaal voorkomen. Wat mij betreft slaagt de tekenaar er beter in om dode materie en planten op papier te zetten dan de menselijke hoofdrolspelers. Chancer zelf bijvoorbeeld lijkt vaak meer op een vrouw (een met kort haar weliswaar) dan op een jonge mannelijke assistent. Ook de verhoudingen tussen boven- en onderlichaam lijken dikwijls net niet goed. Zeker geen slecht tekenwerk, maar Ewing kan nog groeien.

Silvester is een meester in het uitgeven van schitterende exemplaren. De vraag is echter in hoeverre men een groot publiek wil of kan bereiken met een dergelijk verhaal aan die prijs. Niet dat er geen Nederlands uitgave mag zijn, maar een softcoveruitvoering lijkt me heel wat logischer.

Voor de geïnteresseerden: er is ook een recensie van deel 1!



Dit is een officiële stripinfo.be recensie, geplaatst door een medewerker van ons team. stripinfo.be werkt samen met uitgevers om u deze recencies te brengen.