Covertekst
John Difool moet als aankomend speurder een meesterproef afleggen, voordat hij tot heuse privé-detective kan worden benoemd. En John is misschien wel een schlemiel, maar hij is tegelijkertijd bijzonder dapper. Voor zijn meesterproef kiest hij dan ook het gruwelijke geheim van de hoerenkinderen van de Rode Ring. Wat gebeurt er toch met die kinderen? Waarom worden de hoeren van de Rode Ring zo goed betaald als ze bevallen in de speciale kliniek van de Techno-techno's? En waarom zijn die arme vrouwen daarna zo treurig? Wat is het verband tussen de hoerenkinderen uit de laagste lagen van de ondergrondse Putstad en de Aristo's, de heersers die bovenin de Putstad leven?
John heeft in de voorafgaande delen van deze reeks inmiddels een lange weg afgelegd door de laboratoria en de klinieken van de Putstad. Samen met zijn geliefde Loez de Garra, een bekeerde Aristo, heeft hij het geheim van de kinderen van de Rode Ring ontdekt. En de werkelijkheid is nog weerzinwekkender dan John en Loez hebben durven denken. Ze zijn van plan om het geheim openbaar te maken. Want een geheim dat niet langer geheim is, houdt op te bestaan. En dan zullen de vreselijke praktijken rond de hoerenkinderen van de Rode Ring voorgoed onmogelijk worden.
In WHISKY, SPV EN HOMEO-HOEREN vatten John en Loez het plan op om door te dringen tot een directe uitzending van Diavaloo, de super-presentator van de T.V. van het universum. Als ze bij hem, live op T.V., het geheim kunnen onthullen, weet meteen het hele heelal ervan. Dan zal de macht van de Techno-techno's en de Aristo's onmiddellijk gebroken zijn. En ook de Supra-heiligheid, die achter de schermen feitelijk de touwtjes in handen heeft, zal voortaan machteloos zijn.
Maar de macht laat zich natuurlijk niet zonder slag of stoot onschadelijk maken. De Techno-techno's hebben een heel leger op de been gebracht om Loez, John en hun helpers, de anarcho-psychoten, te elimineren. De Supra-heiligheid heeft zijn beste robsmerissen op de zaak gezet. En er is een verrader onder de dappere helpers van John en Loez...
