Op de stripbeurs in het druilerige Sint-Truiden ontmoette ik Ivan Petrus Adriaenssens voor een interview. Gelukkig mag ik Ivan zeggen en steek ik bijgevolg al vlug van wal met mijn 'bescheiden' vragenlijstje.
Ivan, zo een beetje de standaardvraag: hoe ben je geïnteresseerd geraakt in WOI?
Samengevat: het dagboek van Odon van Pevenaege. Hij beschrijft WOI vanuit zijn positie als soldaat. Dit schriftje van 8 op 12 cm vertelt het hele verloop van de oorlog, maar vanuit zijn ogen. Heel die oorlog is zo tot leven gekomen voor mij en heeft me begeesterd. Het laat je niet meer los.
In het boek dat ik over zijn verhaal gemaakt heb, Odon – Oorlogsdagboek van een IJzerfrontsoldaat –, heb ik eigenlijk zijn schriftje van het Oud-Nederlands naar het hedendaagse Nederlands vertaald en aangevuld met foto's en tekeningen over wat hij beschrijft. En dit was de start.
Trouwens de reacties op mijn illustraties waren zeer positief en dus wou ik op dit pad verder gaan.
Dus was het gemakkelijk om je uitgeverij te overtuigen om een oorlogsstrip uit te brengen?
Ik had inderdaad al vlug het idee opgevat om meer te doen met mijn tekeningen. Ik had een voorstel uitgewerkt over een Belgische soldaat en was hiermee naar de Standaard Uitgeverij gestapt, maar zij bleken niet echt overtuigd. Na een jaar talmen en twijfelen bij de Standaard Uitgeverij, heb ik het idee naar Lannoo gebracht en zij waren direct enthousiast.
Ondertussen is 'Afspraak in Nieuwpoort' vertaald, betekende dit geen risico? Je bent immers onbekend in het buitenland.
Ja, die is al in het Engels uitgekomen. Het probleem is niet zozeer dat dit een risico is voor de uitgever of mij, maar vooral voor de verdeler. Er komen wekelijks een tiental boeken uit in het Engels taalgebied en daardoor wordt de aandacht verdeeld. De Engelse verdeler bracht hierdoor maar een klein aantal boeken (1 à 2) naar een winkel en dit slechts in een beperkt aantal winkels. Dat is natuurlijk niet de manier om te verkopen. Maar als ik zelf naar Londen ga, om zelf te verkopen op een beurs,... dan gaan ze vlot van de hand. Ondertussen is de Engelse versie zelfs al bijna volledig uitverkocht.
Waarom kies je voor het medium 'strip' voor deze verhalen (Afspraak in Nieuwpoort, Elsie en Mairi)?
Ik heb heel de route van Odon afgestapt om zo een juist beeld te krijgen van alle plaatsen. Ik kende de meeste al wel, doordat ik er gewoond heb, maar ik ben nu terug overal langs gegaan om het opnieuw te bekijken vanuit zijn ogen en zijn wereld. Het is uitermate boeiend om 100 jaar later, proberen het beeld van toen terug op te roepen. Het logische vervolg was een strip. Ik ben trouwens al 15 jaar bezig zaken in beeld weer te geven. Maar ik had nog nooit een realistische strip gemaakt. Dit was voor mij dan ook de uitdaging, die ik graag aanging.
Hoe kies je deze verhalen uit voor een stripverhaal?
Wel, ik heb je al verteld over het dagboek van Odon dat de aanleiding voor alles was. Maar ik had ondertussen ook de opdracht gekregen om een strip over Nieuwpoort te maken. Ik was dus op zoek naar soldaten die er gelegerd waren tijdens WOI en al vlug kwam ik terecht bij Raoul Snoeck. Het dagboek van Raoul geeft die persoonlijke toets aan de oorlog in en rond Nieuwpoort, maar uiteindelijk was dit slechts één Belg. Ik wou een internationaler gezelschap voor het verhaal. Een Fransman, De Blic, had ik gelukkig ook vlug gevonden, maar het was nog niet compleet. Uiteindelijk heeft Patrick Vanleene me de richting gewezen naar een bijzonder boek. Dit boek bevatte het levensverhaal van een poëet, die de oorlog meemaakte en er poëzie over neerschreef. Deze Brit, Hulme, was het element dat ik nog ontbrak.
Als je dit allemaal samen brengt, een dagboek, poëzie en een historische basis, dan krijg je alles wat je nodig hebt om een strip te maken.
Wat wil zou jij graag zien dat de lezers uit je graphic novels halen?
Ten eerste zou ik graag hebben dat ze erdoor even geïnteresseerd worden in WOI als ik. Deze oorlog was immers enorm belangrijk in onze geschiedenis. Daarnaast wil ik ook dat ze het aanvoelen als een ervaring, dat ze het gevoel hebben van een tijdsreis gemaakt te hebben en ten volle beseffen wat een hel deze oorlog wel was. En natuurlijk ook de schoolkinderen laten kennis maken met dit type van strip en hen er zo op wijzen dat er heel wat graphic novels te ontdekken vallen.
Dan misschien eerder wat technische vraagjes. In beide verhalen (Afspraak in Nieuwpoort, Elsie en Mairi) is het kleurgebruik donker en is het ook altijd slecht weer. Dit is wellicht zeer bewust gedaan. Waarom?
Je moet weten dat soldaten eerst 72 uur dienst hadden in de loopgraven, vervolgens 72 uur in reserve stonden in een loopgraaf een beetje verder weg van de frontlijn en pas dan 72 uur rust kregen. Die mannen hadden geen waterdichte jassen, dus als het regende werden ze nat en bleven ze nat. En in bijna elke 72 uur in België regent het wel eens. Dat gevoel wou ik doorgeven aan de lezers. Ze moeten aanvoelen hoe oncomfortabel nat het wel allemaal is, als je nooit echt droge voeten krijgt, terwijl je daar toch twee keer 72 uur moet staan.
Ik heb ook de indruk dat je tekenstijl veranderd is tussen deze twee verhalen. In de eerste (Afspraak in Nieuwpoort) bevries je de beweging zeer sterk, bijvoorbeeld bij het roeien zie je geen druppel vallen van de roeispaan. Bij het tweede verhaal (Elsie en Mairi) laat je de beweging meer toe in je tekeningen. Vind je dat zelf ook?
Na het eerste boek had ik heel wat ervaring gekregen in realistisch tekenen, dat ik er voor niet had, dus ongetwijfeld is er een evolutie tussen de twee. Ik heb voor het verhaal vanuit de vrouwen ook meer gewerkt met detaillering en het aangedurfd om zeer intieme tekeningen te maken. We zien veel meer close-ups en persoonlijke blikken. Ik ben hierin verbeterd en dat zie je. Maar beweging zelf, neen, dat is me nog niet opgevallen.
Uw verhalen zijn gebaseerd op echte verhalen en bijgevolg is het waarheidsgetrouw weergeven waarschijnlijk belangrijk. Joe Sacco heeft echter ooit gezegd dat een striptekenaar nooit volledig objectief kan zijn, omdat de manier waarop je iets weergeeft in een tekening al een bepaalde indruk creëert. Is dat ook zo voor uw verhalen?
Sacco had dan nog een voordeel. Hij was er ook echt aanwezig. Ik maak deze strips op basis van dagboeken. In hoeverre dat zij geen leugens bevatten, is mijn verhaal waarheidsgetrouw. Voor Elsie en Mairi heb ik de dagboeken gebruikt die ze toen, tijdens de oorlog, geschreven hebben. Echter jaren later heeft Elsie haar memoires geschreven. Ondanks dat ze 44 maanden samen gewerkt hebben aan het front, wordt Mairi slechts drie keer vernoemd. Ze beweert daar ook in dat ze afspraken gemaakt hadden met de Duitsers. Nu, de frontlijn was drie kilometer verwijderd en tussen hun cellarhouse (een vooruitgeschoven medische post, die zij bemanden in de kelder van een huis en deze bijnaam kreeg) en de Duitse zijde waren er slechts overstroomde weides te vinden met water tot één meter diep. Tja, echt geloofwaardig klinkt dat niet. Ik heb me dan ook gehouden aan de oorspronkelijke dagboeken, maar of die de volledige waarheid bevatten?
Maar jij zelf hebt niet hier en daar een beetje bijgestuurd?
Wel... Elsie was echt geen schoonheid en ik heb haar inderdaad wel sexyer gemaakt voor deze strip.
(even een stilte)
Weet je, dit was mijn vijftigste scenario en de zevende die ik getekend heb en in dit boek komt mijn eerste naaktscène voor. Daar heb ik over gezweet. Vrouwen in een jas zijn anatomisch niet zo moeilijk, maar bloot in een bad? En ik vond dat het moest goed zijn. Die scène is heel belangrijk want ze laat de intimiteit tussen de twee zien. Ik heb me altijd afgevraagd waarom de twee vriendinnen, die zo veel meegemaakt hebben in deze oorlog, na die oorlog bijna geen contact meer met elkaar hadden. Wat is er misgelopen? Mairi is nooit getrouwd geweest, wel verloofd, maar niet getrouwd. En na de oorlog woonde ze samen met twee andere vrouwen. Was ze lesbisch? In die tijd werd daar niet over gesproken. Maar ze keek enorm op naar Elsie, misschien, heel misschien werd Mairi verliefd en is het daardoor misgelopen tussen de twee. Maar echt weten zullen we het natuurlijk nooit. Maar dit zou best wel eens de ijzige stilte tussen de twee kunnen verklaren.
In ieder geval, die badscène staat niet vermeld in de dagboeken, maar symbolisch was die heel belangrijk. Ze deelden lief en leed gedurende 44 zware maanden. Ze waren verbonden in en door deze situatie en dat geeft dat gezamenlijk bad weer.
Dus als besluit voor je vraag: ja, een beetje.
Wat zijn je toekomstplannen?
Ik ben bezig aan een graphic novel, gericht naar de jeugd, over de Val van Antwerpen op 9 oktober 1914. Daarna ga ik terug eentje maken met behulp van dagboeken van soldaten in de buurt van Passendale. Dit keer zullen ze van Australië of Nieuw-Zeeland zijn.
Je blijft dus in het thema van WOI?
Ooit ga ik er mee moeten stoppen. Het is te zeggen, na deze herdenkingsjaren zullen de mensen het wel moe zijn en zal ik inderdaad iets anders moeten zoeken.
Hartelijk bedankt voor dit interessant en leuk interview, Ivan!
Geplaatst op 18/11/2013
Citeren