Covertekst
Het verhaal begint in West-Canada, aan het begin van 19de eeuw. De Nieuwe Wereld blijkt onvermoede rijkdommen te bevatten. Vooral de bonthandel bloeit op en het aanbod kan de vraag vanuit Europa nauwelijks bijhouden. Bij de trappers en vooral bij de Indianen liggen honderdduizenden huiden klaar voor verzending naar het hoofdkwartier van de exportfirma's in het Oosten...
"De Voyageurs" belasten zich met het vervoer. De huiden worden in kano's geladen. die ze van de jachtgebieden naar de handelsfactorijen aan de Atlantische kust moeten brengen. Avonturiers zijn met deze opdracht belast: ze vormen de enige verbinding tussen de ongerepte wouden en de beschaafde wereld. Het zijn ruige kerels, randfiguren. Ze vormen een afzonderlijke kaste. Voor hen is het woord "solidariteit" geen loos begrip.
Deze reeks nodigt je uit om in hun wereld binnen te stappen. Als een jonge Schotse immigrant in een kroeg in Montreal een van deze reizigers helpt om een Indiaan te beschermen, heeft hij geen idee wat hij zichzelf daarmee op de hals haalt. Bran McLeod komt weer hij kennis aan boord van een van deze kano's. In gezelschap van een zwijgzame figuur die lijkt te leven volgens het ritme van de natuur zal hij kennis maken met het Athabascameer, het verzamelpunt van trappers en Indianen...
