Covertekst
In het Rijksmuseum bewondert een jongeman het doek ‘Jeremiah treurend over de verwoesting van Jeruzalem’ van Rembrandt. Titus realiseert zich dat hij zich niets kan voorstellen bij het verdriet van iemand die zijn stad ten onder ziet gaan. 'Mijn stad staat immers nog overeind'. Titus werkt in dienst van een aannemer in een oud pand in Amsterdam. Het huis wordt gerenoveerd. Op een dag vertelt zijn collega Robuuste Robbie hem dat hij ervan overtuigd is dat Amsterdam binnenkort door de zee zal worden verzwolgen. ‘Het grondwater stijgt en dat komt omdat de zeespiegel stijgt. En de zeespiegel stijgt omdat de ijskappen smelten. En dat is weer het gevolg van het opwarmen van de aarde.’ Robuuste Robbie heeft het water weer leren vrezen, met soms hilarische gevolgen. Dan begint Titus aan een hallucinerende dooltocht door de stad waarin hij geconfronteerd wordt met zijn angsten en verlangens. Uiteindelijk zal het schilderij van Rembrandt ook voor Titus betekenis krijgen...