Covertekst
Een jonge vrouw wordt wakker in een zeer vijandige omgeving, die haar, vreemd genoeg, een gevoel van rust en veiligheid bezorgd. Ze ligt in een poel van vervuild water omringd door blauwe rotsen. Het kan de bodem van een afgrond zijn, of de diepe spleet van een gletser in een gebergte. Zonder enig teken van leven te bespeuren, lijkt ze ver verwijderd van de bewoonde wereld.
Ze weet ook niet of ze bij bewustzijn is of gewoon slaapt. Maar van één ding is ze zeker: ze lijdt aan geheugenverlies en weet haar naam en leeftijd niet meer. Wie zij is en waar zij is, zijn de belangrijkste vragen die haar bezighouden tijdens haar zoektocht door tunnels vol monsters, die uiteindelijk minder griezelig zijn als ze eruit zien. Wanneer ze deels haar geheugen terugkrijgt, wordt langzamerhand duidelijk waar ze naartoe gaat...