Covertekst
1962. Kalinka 'Anka' Alexandrovna, eerste violiste van Leningrads symfonisch orkest, stormt het politiebureau binnen. Daar wordt de landloper ondervraagd die de avond tevoren gewapend de concertzaal was binnengedrongen. De man vertelt over zijn jeugd tijdens de Grote Vaderlandse Oorlog. Hij denkt terug aan de verschrikkelijke januarimaand van 1942.
De nazi's omsingelen Leningrad en steken de voedselvoorraden in brand. Het plan is even eenvoudig als duivels: de drie miljoen inwoners van de stad uithongeren.
Vier jongeren proberen deze donkere winter te overleven. Maxim, zoon van een communistisch partijleider. Pyotr, zoon van een koppel intellectuelen die naar de goelag werden gestuurd. Grygori, wiens knappe moeder weduwe werd na de executie van haar man. En ten slotte de mooie Anka... waar de drie jongens als een blok voor zijn gevallen.
Het tweede deel van De muizen van Leningrad is de ontknoping van een aangrijpend verhaal over overleven. Een verhaal waarin de grenzen tussen liefde, vriendschap en verraad vervagen in een genadeloze oorlog.